VERSLAAFD! WAAROM NIET?
(Pastoraat bij verslaving 1)

Als je naar de cijfers kijkt zou je denken dat bijna iedereen wel ergens aan verslaafd is: 6% van de bevolking aan alcohol, 2% aan gokken, 2% aan harddrugs, een groot maar moeilijk precies in te schatten aantal aan medicijnen en dan hebben we het nog niet over werk, game, seks, internet en de diverse vormen van eetverslaving.

Ook binnen onze kerken worstelen velen met een lichte of ernstige vorm van verslaving die hen geestelijk en lichamelijk geen goed doet en waar men moeilijk over spreekt. Hoe kunnen we wegen aanwijzen om dit bespreekbaar te maken en samen naar oplossingen te zoeken?

Waarom niet?

Nu is het heel verleidelijk te kijken naar waarom iemand aan een bepaald middel of aan een manier van leven verslaafd raakt. Toch zou ik het eerst eens van een andere kant willen bekijken: waarom zijn niet alle mensen verslaafd en weten de meeste mensen min of meer goed aan de verleiding van een bepaald middel te weerstaan? Sterker nog, waarom zijn er momenten of perioden waarin de verslaafde zelf goed aan de verleiding weet te weerstaan. De gok, seks of alcoholverslaafde heeft blijkbaar momenten waarop hij het middel niet nodig heeft, momenten van geluk en voldoening die hem de kracht geven ervan af te blijven.

Definitie

Voordat we samen naar de factoren gaan kijken die meespelen in het ‘niet verslaafd’ zijn, kort iets over de verslaving zelf. Hoe ontstaat verslaving? Je gebruikt een bepaald middel om negatieve gevoelens te verdrijven en positieve gevoelens naar binnen te halen. Is het in het begin nog een vrije keus, afhankelijk van het middel en je eigen lichamelijke constitutie ontstaat er een sterke gewoonte en verlangen dat een eigen leven gaat leiden en sterker is dan je wil en je rationaliteit.

Zelfbeeld

Die negatieve gevoelens hangen samen met het zelfbeeld. We geven voortdurend betekenis aan de dingen die ons overkomen. Interpreteren we de gebeurtenissen negatief, dan betrekken we dit sterk op ons zelf: ‘ik ben mislukt’, ‘ik heb het veroorzaakt’ of ‘ik ben niet geliefd, belangrijk of waardevol’. Deze negatieve interpretaties zorgen voor een nog slechter gevoel over onszelf (waar vaak al een voedingsbodem voor was).

Terug naar redenen waarom mensen niet of niet altijd verslaafd zijn. Want als we dit ontdekken is er hoop. Dan kunnen we bestaande bronnen, gedachten en ervaringen gebruiken om onze verslaafde medemens grond onder de voeten te geven, van waaruit hij nieuwe sterke keuzes kan maken om het leven zelf weer in handen te nemen.

Verlangen

Een van de elementen is verlangen. Diep in ieder mens leeft een sterk verlangen om ‘te heersen’ (Gen. 1:26, Rom. 5:17), dat wil zeggen zijn dromen uit te voeren, zijn talenten op zijn eigen wijze vorm te geven, iets te scheppen waarop men trots kan zijn. Dit verlangen kan soms even verdrongen zijn, maar het is nooit helemaal weg. Ik merk dat als je met iemand over zijn dromen en verlangens spreekt, hij opveert, wakker wordt en een sterke gelaatsuitdrukking krijgt. De schaamte, teleurstelling en machteloosheid zijn dan weg en de kracht van de persoon komt naar voren.

Veerkracht

Een ander element is veerkracht. Wij mensen kunnen heel wat incasseren en het duurt even voordat onze draagkracht bezwijkt onder onze draaglast. Soms is het verbazend te zien hoe men na een depressie, ontslag of verbroken relatie weer overeind krabbelt en naar voren durft te kijken. Het is dan ook interessant om samen eens te kijken naar de momenten dat de veerkracht het won van de problemen en waaraan dit dan lag.

Gevoelsleven

Een ander sterk hulpmiddel is een rijk gevoelsleven. Juist bij verslaving versmallen de emoties en wordt de mogelijkheid om een rijk gevarieerd gevoelsleven te ontwikkelen beperkt. Een rijk gevoelsleven met al zijn nuances maakt dat we vrijheid hebben om veel te ervaren. We kunnen teleurstelling na een ontslag toelaten omdat deze ons ook weer bij een andere emotie zoals hoop terecht brengt. We kunnen verdriet na een verbroken relatie toelaten omdat in dit verdriet ook de weemoed om schoonheid verborgen zit (een voedingsbron bij sommige kunstenaars).

Ons denken

Een ander element zijn de vooronderstellingen die we hebben. In ons denken zitten heel wat gekende en verborgen vooronderstellingen. Ze maken dat we het leven ordenen en de gebeurtenissen betekenis kunnen geven. Wanneer deze vooronderstellingen ons echter beperken of onjuist zijn lopen we vast. Constructieve vooronderstellingen zijn gericht op leren en mogelijkheden zien. Wanneer je terugkijkt op een sterk moment in je leven moet je achterhalen wat toen de veronderstelde gedachte was. Was het ‘na regen komt zonneschijn’ en ‘het glas is halfvol’ of was het juist andersom?

Geloof

Geloof brengt altijd verandering. Misschien beperkt en niet altijd direct op de terreinen die we graag willen en ook niet altijd blijvend, maar het werkt iets uit in ons leven. Geloof helpt ons weer hoop te hebben en positieve dingen te verwachten. Daarom is het in het pastoraat boeiend te horen wat de bekering aan hoopvolle gedachten te weeg heeft gebracht, zodat deze opnieuw vorm kunnen krijgen. Geloof maakt duidelijk dat wij mensen naast ons lichaam en psyché ook een geestelijke dimensie hebben. Het is juist deze dimensie die energie geeft aan onze drijfveren. Energie die het mogelijk maakt dingen te hopen, te zien en te verlangen die nog niet gerealiseerd zijn. Men zichzelf vanuit dit nieuwe perspectief met nieuwe ogen gaat zien, vergeving toe kan laten en zijn zelfbeeld voor Gods aangezicht te herstellen. Geloof brengt ons in een ander krachtveld. We ontdekken dat de Heilige Geest ver boven onze wilskracht uitgaat en dingen tot stand brengt die wij niet kunnen

Gerrit Houtman

Posted in Pastoraat on Aug 04, 2020.