SEKSVERSLAVING (pastoraat en verslaving 2)

Wanneer wij in ons pastoraat met vragen rond seksualiteit en in het bijzonder met die met seksverslaving geconfronteerd worden, kunnen we naar twee reacties overhellen. Of we nemen afstand, voelen weerzin en veroordeling. Of we zijn erg begripvol, omdat we allemaal maar zwakke mensen zijn en de ernst van het probleem niet goed inschatten.

Vragen rond seksualiteit raken ons ook persoonlijk. We zijn allemaal seksuele wezens en kennen een worsteling hiermee. Soms omdat we met verleidingen te maken hebben, soms om de behoeften van onze partner goed te verstaan en soms omdat we bang zijn voor intimiteit en overgave. Zicht hebben op je eigen seksualiteitsbeleving en ontwikkeling is dan ook een belangrijke voorwaarde om anderen goed te kunnen helpen.

Seksverslaving, iets nieuws?

We moeten goed begrijpen dat seksverslaving, zoals we die nu kennen, vroeger niet voorkwam of toch in een zeer geringe mate. Natuurlijk waren er mannen die de ene na de andere vrouw versierden en waren er vrouwen die een sterke behoefte hadden aan losse seksuele contacten, maar dat gedrag werd door de maatschappij toch sterk geordend en afgeremd met begrippen als promiscuïteit en onverantwoordelijkheid. Bovendien was er altijd nog een zekere weg te gaan tussen verlangen en vervulling.
Na de seksuele revolutie, waardoor seksueel verlangen een eigen zelfstandige plek heeft gekregen, en door het internet waar op alle mogelijke manieren elke seksuele prikkel onmiddellijk kan worden opgeroepen en bevredigd, ontstaat de mogelijkheid om op een minder controleerbare wijze alleen en dagelijks met seks bezig te zijn. Nu de sociale controle grotendeels afwezig is, zal de rem om hier goed mee om te gaan vooral van binnenuit moeten komen.

Waarom niet?

Toch weten heel wat mensen goed met de grote veranderingen op seksueel gebied om te gaan. De vraag is dan ook hier terecht ‘Waarom is niet iedereen seksverslaafd?’ Bij verslaving denken we vooral aan het veelvuldig, onbeheersbaar en dwangmatig zoeken naar seksuele prikkels en bevrediging, met zeer negatieve sociale consequenties voor de persoon. Velen weten de overvloed van prikkels goed te hanteren, kennen een sterk gevoel van eigenwaarde en kunnen er in hun relatie of met vrienden eerlijk over spreken. Zij hebben voldoende andere activiteiten die voldoening en bevrediging geven, zodat het verlangen naar seksuele opwinding hen niet voortdurend afleidt.

Waarom wel

Helaas weten ook velen niet goed met het grote aanbod van verleiding om te gaan of gaan een heel moeizame weg van vallen en opstaan in het overwinnen van deze afhankelijkheid. Nu spreken we pas van verslaving als men de controle kwijt is. De drang is sterker dan de goede voornemens en het wordt een voortdurende zucht naar bevrediging die ook het dagelijks leven beheerst. Zoals bij elke verslaving spelen ook hier meerdere factoren mee dan het middel alleen (hier: de seksuele bevrediging). Iemand die uit een kil gezin komt waarin geen ruimte was voor gevoelens kan in zijn puberteit en adolescentie overspoeld wordt door (seksuele) emoties die hij niet kan hanteren. Bovendien kan men niet goed geleerd hebben hoe men de werkelijke eigen behoeften kan herkennen en verzorgen. Seks kan dan een middel tot snelle troost zijn. Een andere factor die seksuele verslaving kan oproepen of versterken is het gemis aan eigenwaarde of een tekort aan voldoende waardevolle activiteiten die voldoening en betekenis geven binnen hun relatieveld.

Pastoraat

Binnen ons pastoraat (en ook in de hulpverlening) moeten we ons dan ook niet in de eerste plaats richten op het gedrag zelf, maar op het versterken van de factoren die nodig zijn om het compensatiegedrag tegen te gaan: goede warme relaties, vaardigheden met eigen behoeften en stress om te gaan, eigenwaarde ontwikkelen en een sterke zingeving kennen. Verslaving zorgt ervoor dat men zich steeds minder eigenaar weet van zijn leven en zich slachtoffer voelt van krachten die hem te boven gaan en hij steeds minder dingen doet waarop hij fier kan zijn. Door het versterken van boven vernoemde factoren geven we de verslaafde weer het eigenaarschap terug.

De uitzonderingen

Elk gedrag heeft zijn uitzonderingen. Hoe komt het dat het zoeken naar seksuele prikkels een week of maand niet gebeurt? Wat maakt dat er momenten zijn waarin men eigenaar is van zichzelf en zijn hart goed weet te beschermen tegen verkeerde prikkels (Spr.4:23)? Welke positieve hulpbronnen zijn er dan aanwezig die een ander gedrag mogelijk maken? Hoe kunnen we deze versterken en helpen om op diverse terreinen van het leven kleine overwinningen te behalen, zodat men meer eigenaar wordt van zichzelf?

Het geloof

Het geloof is een sterke hulpbron bij het overwinnen van verslaving. Het geloof leert ons dat we onze zwakheden mogen toegeven. Dat de genade van God ons vaste grond onder de voeten geeft en ons wijst naar een hogere levensbestemming. Pastoraat moet daarom niet tot moraliseren herleid worden. Elke seksverslaafde weet immers zelf wel dat zijn gedrag niet goed is. Ons pastoraat moet hoop creëren en het geloof versterken. Samen ontdekken welke kracht God in hem gelegd heeft (II Petr.1:3,4) en hoe hij weerstand kan bieden aan alles wat hem van zijn bestemming afhoudt.

Lotgenotenpastoraat waarin we onze persoonlijke strijd met elkaar delen en voor elkaar bidden is daarbij een goed middel. Een andere weg is die van het ‘waarderend pastoraat’. Kijken naar wat wel lukt en de hulpbronnen die iemand heeft. Op zoek gaan naar ‘de rokende vlaswiek’ en ‘het geknakte riet’ (Jes. 42:3) en versterken wat verloren dreigt te gaan (Openb. 3:2). Vervolgens samen te dromen van het leven dat men wil leiden en daarbij niet in de valkuil trappen om de afwezigheid van de verslaving en de daaraan verwante problemen als droom te noemen, maar wel wat het betekent om een rijk en betekenisvol leven te leiden, waarin men vruchten draagt die anderen bemoedigen. Een ander onderdeel van deze vorm van pastoraat is de persoon stimuleren in het verwerven van middelen die nodig zijn om het gewenste doel te bereiken, zoals het oppakken van een opleiding, lid worden van een vereniging of het herstel van contacten.

De Heilige Geest

Waar de Geest is, is vrijheid. Bidden met verslaafden is vooral zegenend bidden, zodat Gods Geest weer levend kan maken wat dood is en dat Hij door ons gebed mensen in de vrijheid stelt en vrijmaakt van de banden die de ander tot nu toe gebonden hielden. Daarnaast is ook een profetisch bemoedigend bidden nodig, dat hoop en verwachting creëert en beloften geeft om vast te houden in de strijd.
N.B. In dit artikel is voortdurend over hij/hem gesproken maar het kan natuurlijk ook een zij/haar zijn. Zij het wel dat de verslaving er dan enigszins anders uit kan zien.

Literatuur:

  • Gertjan van Zessen, Seksverslaving begrijpen en veranderen, Amsterdam 2016
  • Ted Roberts, Pure Desire, 2008

Posted in Pastoraat on Aug 04, 2020.